Bureauslijper

Gepubliceerd: 13 January 2020

Jaren geleden, toen ik me nog helemaal niet met edelstenen bezighield, dacht ik dat het belangrijkste onderdeel van de edelsteenkunde de kunst en kennis van het slijpen (lees facetteren) betrof. Het leek me ongelooflijk veel werk en moeilijk om dat goed voor elkaar te krijgen. Herkomst van, en verschillen tussen, de edelstenen leken me minder ingewikkeld. Die komen toch gewoon uit een paar mijnen ergens ver weg in een tropisch oerwoud (te veel Indiana Jones gekeken)? Er zijn heel veel verschillende slijpvormen, maar dat is het onderwerp voor een latere post op deze site. 

Wijsheid komt met de jaren, en nu weet ik wel beter. Het gaat in de gemmologie juist om de herkomst, de identificatie, en de eigenschappen van de verschillende edele materialen. Facetteren is het gebruik van dit materiaal, en is daarom iets anders, meer een ambacht.

Ik vind dit op een bepaalde manier wel vreemd. Het slijpen, bewerken, facetteren zou juist de kern van de edelsteenkunde moeten zijn. Het is immers het proces waarmee ruw materiaal wordt omgevormd naar een edelsteen, een soort transsubstantiatie om zo te zeggen. Maar ik dwaal af.

Facetingmachinelabeled

Facetteren gebeurt op een facetteringsmachine, die bestaat uit een ronddraaiende slijpschijf, gekoeld door water. Aan een stok (“dopstick”) wordt het te slijpen materiaal bevestigd. Deze dopstick is dan weer bevestigd aan een statief waarmee de hoek van het materiaal ten opzichte van de schijf kan worden ingesteld, en een as waaromheen het materiaal kan draaien. Hiermee kan facet voor facet worden afgeslepen. Aangezien een “eenvoudige” briljant al 57 facetten kent, is het al gauw begrijpelijk dat je dit niet even zomaar doet.

Vindt u dit ook niet in één keer duidelijk? Ik ook niet. Dit soort techieken zijn (door mij) alleen te doorgronden via “learning by doing”.

Nu is het wat lastig om gewoon maar met zo’n apparaat aan de gang te gaan. Als echte IT-er heb ik dus gekeken of er geen software voor bestaat. Wel, die is er. Ik heb gemcutstudio gedownload en na een paar uur en een tutorial snapte ik zelfs hoe een briljant geslepen kan worden.

Ik heb me vervolgens als doel gesteld om een cushion geslepen gele Cubic Zirconia te reverse-engineeren, en te kijken of ik het slijpvoorschrift voor deze fysieke steen in gemcutstudio kon krijgen. En natuurlijk wilde ik zien of het eindresultaat een beetje klopte.

 origineel

Na de steen opgemeten te hebben, en de lay-out van alle facetten te hebben bepaald, heb ik alles ingevoerd. Na (veel) passen en meten leek het resultaat er aardig professioneel uit te zien. Langzaam maar zeker krijg je ook door hoe facetteren werkt, en kun je fouten maken, zonder steeds met een nieuwe steen te beginnen.

Het belangrijkste inzicht was wel dat op deze manier facetteren wel wat op het werk met een draaibank lijkt, en dat de symmetrie van de slijpvorm natuurlijk gaat aanvoelen.

model 

Een ander voordeel was, dat ik nu in staat ben de "receptuur” van een slijpsel te lezen.

Nadat het ontwerp klaar is, kun je het uiterlijk gaan simuleren (via ray-tracing). In eerste instantie leek het berekende plaatje er weinig op. Het koste aardig wat moeite om met kleine wijzigingen van hoeken en symmetrieen een enigszins gelijkend beeld te krijgen. Vooral de kenmerken van de paviljoenvlakken luisterde erg nauw. Het eindresultaat wijkt nog steeds veel af van het origineel, maar er zijn ook grote overeenkomsten te zien.

 cushion cz

Deze afwijkingen kunnen verschillende oorzaken hebben. De belichting van de simulatie is anders, de rondist is bij de originele CZ rondgeslepen (in gemcutstudio kan dat niet), de hoeken zijn door mij nog niet helemaal goed gekozen, of de draaisymmetrie is verschillend. Dit laatste is wat technisch, maar de dopstick zit aan een indexwiel vast, en deze heeft in mijn ontwerp 96 posities. Als dit er meer of minder zijn krijgen de hoeken tussen de facetten andere waardes wat leidt tot een ander resultaat.

Toch ben ik niet ontevreden, en je kunt zelfs een bewegende simulatie maken

 optimized

Conclusie: het is eigenlijk allemaal best wel mooi. De komende tijd ga ik bij een echte slijper langs om te kijken hoe dit er in “het echt” uit ziet. In het najaar volgt volgens planning een cursus cabochoneren.

Een andere conclusie: ik moet mijn fotografische skills wat verbeteren.